Over ons

Hoe het begon…
Het was 1977-1978. De voorzitster van CM-Ziekenzorg, Joanna Praet had een droom: toneelspelen. Die droom werd zeer vlug werkelijkheid onder impuls van twee andere leden, Roger Baetens en ondervoorzitter Adolf Covent. Zonder middelen en hulp van andere verenigingen werd ‘Kattenheye’, naam van de oudste bestaande hoeve van Laarne, gesticht, onder het motto ‘Met ons volk en voor ons volk’. ‘De zoete inval’, geschreven door Roger Baetens, werd als eerste stuk op de planken van het Gildenhuis gebracht. Het werd een onvoorstelbaar succes, met meer dan 2.000 toeschouwers, waar nog lang werd over gesproken. In 1979 en 1980 werden ‘De dorpsfanfare’ en ‘De mirakelmakers’ met groot succes opgevoerd. Er werd duidelijk de lijn van het komisch volkstoneel geïnitieerd, met herkenbare figuren voor het publiek. De toneelstuk- ken werden naar het Laarns vertaald en gesitueerd in Laarne of omgeving. Die traditie blijft nog altijd in ere gehouden.
Een gemiste kans 
Van 1982 tot het midden van de jaren tachtig werden, met twee stukken per jaar, vooral de Grote Klassiekers gespeeld zoals ‘De klucht van de brave moordenaar’, ‘Paradijsvogels’ en ‘Slisse en Cesar’. De huisregisseur in die tijd was ‘onze’ Gaston Van Der Gucht. Streng maar rechtvaardig. We kunnen algemeen stellen dat hij ons met al zijn ervaring heeft leren toneelspelen: de zegging, het betere voetenwerk, de houding, hoe je verliefd moet kijken … In 1986 moest Gaston ons met ‘Kubinsky’ voor de jury van het Landjuweel leiden. Spijtig genoeg werd het lijden: ondanks de enorme inzet van spelers, centen (kostuums!) en de regisseur bekwamen we geen hogere categorie (toen belangrijk voor de subsidies). Een gemiste kans allicht. Nadien tot het einde van de jaren tachtig werd het accent terug verlegd naar wat men kan omschrijven als min of meer uitbundige komedies zoals ‘E viva Espana’, stukken die gewone mensen ten tonele voeren, karaktertypes die zeer herkenbaar zijn voor het publiek. Een trend die zich begin jaren negentig zou doorzetten: fijne komedies en thrillers wisselden permanent af met pure volkskomedies van eigen bodem. Met ‘Oscar’, een Franse komedie, maakten we in 1992 ook de Gentse Feesten onveilig. Spijtig genoeg slechts een dertigtal mensen in de zaal en wij als spelers verdwaalden in de nieuwbouw van het Tolhuis in volle opbouw. In februari 1991 wilden enkele mensen uit de groep een andere richting uitvaren dan het volkse toneel dat Kattenheye tot dan toe bracht, en zo was Toneelatelier geboren.
Nieuwe voorzitter
In 1995 kwam er een voorzitterswissel en nam Vincent De Wilde de leiding van Roger Baetens over. Het repertorium onderging een wijziging: geen volkskomedies meer, maar komedies of thrillers die minder gekend zijn bij het grote publiek. Bijna alle stukken in die periode werden geregisseerd door Geert Callebaut. In 1998 werd het 20-jarig bestaan gevierd met het veel besproken ‘Tearoom tango’. Niet alleen het publiek, maar ook de spelers hebben met volle teugen genoten van deze vaudeville met travesties, verkleed- partijen, én draaiplateau. De vrij pretentieloze stukken ‘Schat je bent een schat’ en ‘Eens in de duizend jaar’ kwamen aan bod in 2000, waarna Vincent De Wilde zelf de dirigeerstok hanteerde voor het ‘enkel met eigen mensen’ gebrachte ‘Liefde tot de dood’. Het was ook de eerste rol voor Geert Criel, die vele jaren nadien hoofdpersonages heeft gespeeld en uitgroeide tot één van de sterkhouders. Volgde ‘Motie van wantrouwen’, nog een Ray Cooney, geregisseerd door Tom Schockaert. Een knap, maar geaccidenteerd blijspel, overschaduwd door de onheilspellende berichten over zaal Gildenhuis dat als brandonveilig werd bestempeld en zou worden afgebroken. Tot overmaat van ramp werd het klas- seringsstuk ‘Droom mijn dromen’ voor april 2002 afgelast en vervangen door ‘Addelein’, een compilatie van sketches. Iedereen ging akkoord dat het niet voor herhaling vatbaar was.
De Skala-jaren 
Gelukkig werd het toemalige Wilbra-complex in Kalken verbouwd tot een toneelzaal, omgedoopt tot ‘de Skala’, met enerzijds meer mogelijkheden, maar anderzijds een gemis aan de echte toneelsfeer met doek van het Gildenhuis. De eerste drie toneelstukken die er werden gespeeld waren vooral een ode aan typisch Vlaamse figuren, met de nadruk op het eigen dialect. ‘De familie Pipo’ was een door regisseur Jean-Paul Vermeire zelf geschreven klucht naar aanleiding van ons 25-jarig bestaan. De spelers en het publiek hadden in één woord ‘leute’ en dat was de bedoeling. Een uitgebreid hoofdstuk van Roxane Sirejacob brak aan met ‘Als ik de Lotto win’ (2004) van Ruud De Ridder. Haar professionele aanpak was onmiddellijk voelbaar en vroeg een aanpassing van de spelers. Het was eveneens de periode van de derde voorzitterswissel. Vincent De Wilde gaf de scepter door aan Chris Hoogwys, die voordien al twee jaar secretaris was. De nieuwe voorzitter legde in zijn voorwoord de nadruk op de toneelgroep (spelers én technische ploeg) als één grote familie, waar naast de vele goede momenten ook wel eens wat mindere voorkomen. In het kader van het Laarnse heksenjaar 2007 werd jeugdschrijver Patrick Bernauw aangetrokken, die een absurde hedendaagse show creëerde ‘Laarne behekst’, met veel zang en muziek. Het werd een productie met een enorme cast: meer dan dertig spelers, aangevuld met muzikanten, en negen opvoeringen. Een maand later was er een wat bizarre voorstelling van een samenwerking van Kattenheye met de dichtersgroep Keerkring en muziek van Bart De Poorter/Gestalt in de voorstelling ‘Zij kusten de kont van de duivel’. Maar dé mega-productie moest nog komen. Met ‘Pret op het dek’ in 2008 was het hek helemaal van de dam. Roxane Sirejacob haalde alles uit de kast om de dertigjarige jubileumshow tot een succes te maken. Zij slaagde wonderwel, in samenwerking met dansgroep Motion, een achtkoppig orkest, zangeressen, figuranten en de traditionele cast. Er was zelfs een eigen gecomponeerde jubileumsong ‘Hey’.
Ook intimistisch theater 
Het eerste toneel bij de groep van Martine Werbrouck ‘De Caraïbische zee’ in oktober 2007 had een belangrijke plaats tussen de komedies door. Martine regisseert ‘intimistisch’, dicht bij de acteurs, waarvan ze veel mentale inzet vraagt. Het stuk is gevoelig/dramatisch met inhoud, het handelsmerk van Martine. ‘One flew over the cuckoo’s nest’ bracht zij een jaar later in 2008. In het voorjaar van 2009 waagde Wim Baetens, zoon van stichter Roger, zich aan zijn eerste regie met de ‘Jamaica dreamboys’. De striptease-choreografie op het einde bleef op het netvlies gebrand. ‘Taxi, taxi online’(2010) was het vervolg van het in 1995 gebrachte ‘Taxi’, ditmaal geregisseerd door Marc De Bruyker met twee dezelfde spelers als in 1995: Viviane Drieghe en Ria De Vos. In oktober 2010 werd ‘4 x Molière’ geboren. De Vrek, de Ingebeelde Zieke, Bourgeois Gentilhomme en Tartuffe werden in één stuk opgevoerd in een regie van Thomas De Wit. Het decor bestond uit gekleurde doeken (per personage) en een bijzonder brandglas. Knap! In 2011 werd ‘Shakers’ opgevoerd, een verhaal van vier onderbetaalde diensters en één man. Hilarisch, maar niet altijd begrepen vermoed ik. In het najaar werd ‘Harold en Maude’ gebracht in een regie van Martine Werbrouck. Een toneelstuk met een vleugje mechancholie en een scheut drama, maar vooral veel warmte, liefde en romantiek. In 2013 kregen we eindelijk het in 1995 aangekondigde ‘Nonkel Gaston is dood ….en dan is er koffie’, waar Thomas De Wit zich achterzette. De setting was eens iets anders, geen decor maar een tafel aan de zijkant van wat anders de speelruimte is en het publiek dat op verschillende hoogten vlakbij de spelers zat. Een niet onverdeeld succes was ons deel.
 
Een derde productie? 
In september van dat jaar ging de eerste ‘derde productie’ van start. ‘De binnenkomst’, gespeeld door Viviane Drieghe en Lucien Rahoens, was een beklijvende eenakter over een gescheiden koppel, dat niet verder komt dan “Mooi uitzicht”, “Een kopje thee?”. Om pijn te tonen heb je maar weinig woorden nodig. Getekend Martine Werbrouck. Een aantal dolle komedies werden onderbroken door ‘Onder ons’, eerder een drama, een spiegel van wat we zijn, van hoe we denken, van onze vooroordelen. De komedies die volgen worden doorsneden door twee ‘derde’ producties: het rakende ‘Slaapwel mama’, en de eenakter ‘Kale bomen ruisen niet’. In oktober 2015 werd ‘No sex please’ afgeblazen wegens plotse onbeschikbaarheid van de hoofdrolspeler. In oktober 2016 werd met groot succes ‘Martha en Mathilde’ op de planken gebracht, de tweede regie van Wim Baetens. ‘Een bijzondere dag’ in 2017, was toch wel een bijzonder stuk. Gesitueerd net voor de opkomst van het fascisme in Italië. Verloren zielen die op één dag mekaars warmte vinden. In maart 2018 stond ‘Boer zocht vrouw’ op het menu, Wim Baetens derde regie. Veel tribulaties, maar al bij al een succesvolle komedie. And last but not least onze spetterende jubileumproductie ‘La cucaracha XL’ van Geert Callebaut, herrezen na bijna 20 jaar. Het door Geert zelf geschreven stuk met maffia-elementen en travesties, werd aangepast (lees: rollen bijgeschreven) opdat mensen die vroeger hadden meegespeeld, ook nu een rol in het spektakel zouden kunnen vertolken. Het werd een waar succes, dat velen later nog lang zullen geheugen.

Goed voor nog eens 40 jaar?
Lid worden?
Onze toneelgroep kent een steeds groter wordend succes. De laatste jaren hebben we per seizoen meer dan 2.000 toeschouwers. Omdat dit toch veel organisatiewerk vergt hebben we heel wat leden nodig. We hebben nu een 60-tal leden, maar we zijn nog steeds op zoek naar nieuwe acteurs, technische medewerkers, kleedsters, toneelmeesters, mensen voor promotie, medewerkers voor onthaal en bar … Wil je eens de sfeer komen opsnuiven, aarzel niet en contacteer ons vrijblijvend. Stuur een e-mail naar secretariaat@kattenheye.be